Drie dwaze
konijnen kruisten vanmorgen ons pad. Ze waren hun leven moe. Dat grote, zwarte
monster van me wou ze wel ter wille zijn, en ging met veel plezier achter hen
aan. Vijf meter. Toen hoorde hij mijn stem, trok aan de noodrem, en keerde
meteen terug. Pech voor de konijntjes. Ze zullen een ander moordcommando moeten
zoeken.
Het baasje
zag het niet als “pech”, het baasje was reuzetrots.