Over deze blog

zondag 16 maart 2014

Lichtende voorbeelden.


Moeten wij écht hierdoor? Ik kijk ontzet naar de grindweg voor ons. Geparkeerde wagens aan beide kanten, de openstaande, naar ons toegekeerde kofferbakken bezet door één of twee Duitse schapers. In een angstaanjagende kakofonie blaffen ze uit alle macht, beuken tegen de ratelende, godzijdank, dikke stalen staven, graven als bezetenen over het metaal. “JE GAAT ER DWARS DOOR!” buldert Rode jas nogmaals.
Vorige week, tijdens mijn verkenningsmanoevre in deze hondenschool, stippelde ik een alternatieve route naar ‘ons’ veld uit. Over een ex-voetbalveld vlak naast de oprit, met klimmuur en schuiltentjes gedegradeerd tot oefenzone voor waakhonden. Toen niet in gebruik.
Welgeteld één voet zette ik er vanmorgen op. Eén voet. “VAN DAT VELD!” donderde het toen. Geen idee wie die Rode Jas is. Of waarom hij brult. Het veld is verlaten. Ook bij een tweede en een derde inspectieblik. Nou word ik in dat soort situaties altijd een tikje opstandig. Rebels, zeg maar. Dus zet ik er een tweede voet op. “JE GAAT NIET OP DAT VELD!”, brult Rode Jas weer. Rebellie, bedenk ik me, maakt waarschijnlijk geen goede eerste indruk op je gloednieuwe school. Dus stap ik ernaast, wandel rakelings langs de voorbumpers. “JE GAAT DWARS DOOR DE OPRIT!” blaft Rode Jas daarop. Ik leg onze ervaringen uit. Verklaar Jean Donaldsons methode.  “JE HOND MOET DAARMEE LEREN OMGAAN!”, snauwt Rode Jas. Waarmee? Met bajesklanten in isoleercellen? Op de dodengang? Rechtsomkeert maken wordt steeds verleidelijker.
Maar aan het eind wachten een zachtaardige trainer, vriendelijke medeleerlingen en een gehoorzaamheidsles, waarin probleemloos soortgenoten van dichtbij kruisen centraal staat.

Ik recht mijn schouders. Zet koers naar mijn reserve ontsnappingsroute. Helaas vier kofferbakken verder. Ik leid Doby af. Het werkt. Nipt. Hij aanvaardt nog koekjes. Gaat nog zitten. Maar kijkt niet meer naar mij. Noch naar de koekjes. Is zo gespannen als een veer. Daar is het braakliggende akker al. Gelukkig. Ik spring erop, been zo ver mogelijk van de auto’s vandaan, onze zenuwen bedaren. Rode Jas staart me na, hij kookt maar gaar in eigen sop.
Om mijn gespannen viervoeter toch een positieve associatie te bezorgen, haal ik Trekbal tevoorschijn. Mijn speelmeneertje taalt er niet naar. Te gestresst. Dan maar verder wandelen. Op de oprit loopt Rode Jas op dezelfde hoogte met ons mee, staart me met samengeknepen ogen onafgebroken aan.
Een volgend obstakel doemt op. De ingang  van ‘ons’ veld ligt geprangd tussen het behendigheidsterrein en nog meer kofferbakwakers, ditmaal over de rooie gaande border collies en aanverwanten. Een stralend reclamespotje van goed gesocialiseerde viervoeters.
Maar vorige week zag ik oefeningen waar Doby baat bij zal hebben, dus we blijven op ‘ons’ akker. Wachten op het einde van de puppytraining, en de vrijmaking van de ingang, nu nog versperd door medecursisten.  Rode Jas staat ook op de parking.  Zijn lichaam volledig naar ons toegewend, zijn gelaat vertrokken, zijn lichaam gespannen. Wat mij betreft, ontploft ‘ie.
De puppyles stroomt leeg. De ingang helaas niet. Slechts twee baas-hond koppels stappen het veld op. De rest blijft. Op hun beurt wachtende behendigheiders, snap ik. Gemengd met napratende puppylessers. Ik haal diep adem. Waag de oversteek. Het autokoor verheft zich in volle hevigheid. Doby verstart. Een uitval is voorspelbaar. Ik moet terugkeren. Opnieuw en opnieuw. De les is inmiddels begonnen. Ga ik niet beter naar huis?
Dan zie ik Marc, de gehoorzaamheidstrainer, één en al rust uitstralend, over de parking naar ons toe waden. Hij beaamt dat de opritsituatie niet ideaal is, verzoekt de andere eigenaars om ruimte, bestudeert de auto’s, en loodst me, met Doby veilig tussen ons in, tussen twee lege kofferbakken naar het veld*. Een lichtend voorbeeld.

Het ander lichtend voorbeeld, voor woeste wakers weliswaar, priemt zijn ogen nog lang in mijn rug. Na afloop wacht hij bij de ingang, en escorteert ons, onafgebroken starend, tót aan de auto. Alsof ik ooit nog voet op zijn terrein zet, na Marc’s uitleg over broodnodige veiligheidsmaatregelen. Rode Jas behoedde me voor een grote fout. Ik moet hem bedanken. Zodra mijn verontwaardiging weggezakt is. Over tien jaar of zo.

 

*Column over de les volgt later.