“Wat het nut is van Zit-Voet en Zit-Voor?”, herhaalt trainer
Marc mijn vraag, zijn ogen knipperend van verbazing. “Vanuit Zit-Voet stuur je later
naar Plaats, en Zit-Voor gebruik je bij Kom”.
Maar waarom zou ik Doby naar zijn ‘Plaats’ willen sturen?
Binnenshuis zit of ligt hij op een plek naar eigen keuze. Halverwege de trap,
op onze voeten, of tegen een deur. Als hij in de weg ligt, klauteren we toch
over hem heen? Beetje lastig dat hij in de schemer nauwelijks zichtbaar is,
maar verder uiterst bevorderlijk voor de lenigheid. Desnoods verzoeken we hem
beleefd om ruimte. Of duwen hem iets minder wellevend uit de weg. En zolang
mijn hond komt wanneer geroepen, maakt het me geen barst uit of hij daarbij met
zijn snoetje naar me toe zit, een achterwaartse salto maakt of op zijn hoofd
gaat staan.
Net op tijd slik ik dat maar allemaal in, en berust in mijn
lot.
Hondenscholen. Tenenkrullend op exáct de voorgeschreven
manier oefeningen uitvoeren. Nagelbijtend lang wachten op je beurt. Zuchtend al
lang geleerde bevelen herhalen en nutteloze erin stampen. Prima als je
wedstrijdambities hebt.
Maar ik, hoogst tevreden met een hond die niet trekt, of
die nu aan mijn been vastplakt of de horlepiep danst, voel me hier drilsergeant
én rekruut tegelijk. GEEFT-ACHT, HOOFD-RECHTS, RECHTSOM-KEERT, VOORWAARTS-MARS Hoe
vaak nog, soldaat Labmadam?! Vertrekken met het linkerbeen!, PELOTON-HALT,
PRESENTEER-GEWEER, ZET AF-GEWEER, TER PLAATSE-RUST
Met Caedlih ging ik naar puppyles in school a, toog naar
doggydancing in school b, probeerde dogdance in school c. Nergens hield ik het
langer dan twee lessen vol.
Maar in een vlaag van verstandsverbijstering leek zo’n
wekelijkse verzameling ‘oefenobjecten’ me ideaal om Doby’s uitvalprobleem aan
te pakken.
Op voorhand lichtte ik trainer Marc in. Vertelde over mijn
viervoeters problemen, compleet met voorgeschiedenis en behandelingsplan. Sprak
over mijn huivering voor al dat heilzame doch tegelijkertijd zo enge slalommen
en kruisen met soortgenoten. Vermelde terloops mijn tevredenheid over Doby’s
gehoorzaamheid – een mededeling waar ik niet veel van verwachtte.
Marc blijkt één van die zeldzame mensen, die over de gave
beschikken om paniekerige persoontjes gerust te stellen. Aan de rand van het
veld mag ik mijn labrador, met onze welbekende afleidingsroutine ‘Zit en kijk
naar mij’, tot ontspanning brengen, en op ons eigen tempo geleidelijk naar
volwaardige lesdeelname opbouwen.
Tijdens een algemene pauze - waarin mijn speelmeneertje nog
steeds niet tot een spel te verleiden is - komt Marc naar ons toe. Aan de
driloefeningen valt, zoals verwacht, niet te ontsnappen. Geen voordelen zonder
nadelen. Helaas. Dus luister ik braaf. Houd een koekje, vergelijkbaar met de
ezel en de wortel-aan-een-hengel-techniek, voor de hondenneus. Leid deze naar
Zit-Voet, Zit-Voor, Volg, Dicht, Kijk. Leer Doby eindelijk op bevel te liggen –
daarmee een schaamrood veroorzakend, zwaar gebrek in mijn opvoeding aan het
licht brengend. Zie een steeds bredere lach op de zwart fluwelen snoet. Merk,
vreemd genoeg, dat al dat gedril een aangename afwisseling in de afleidingsroutine
brengt. Zie, tot mijn grote verbazing, hoe mijn labrador daarna, in de tweede
pauze, wel wil spelen. Krijg een bruikbare tip – een primeur in mijn
schoolgeschiedenis - om steeds twee
soorten lekkers bij te hebben: sterke en extra sterke, die laatste te herkennen
aan de walgelijk indringende geur. Bij het moeilijkere Volg – rennende border collies op twee aanpalende
velden, een schattig herderpupje op het waakhondenterrein, spelende
medeleerlingen een twintigtal meter van ons vandaan – demonstreert Marc de
magie daarvan.
Aan het eind van de les gooit Doby zich op zijn rug, slaat
met zijn voorpootjes naar de leiband en zet er speels zijn tanden in.
Driloefeningen? Op zich kan ik er het nut nog steeds niet
van inzien. Maar voor mijn afleidingsrepertoire vormen ze voortaan een
onmisbaar onderdeel.