Vanmorgen gelezen in Het Nieuwsblad: vandaag in natuurdomein
Vloethemveldbos een "drukjacht" op de everzwijnen. U weet niet
"drukjacht" betekent? Daar heeft de journalist aan gedacht, er staat
een woordje uitleg bij: "tussen 9 en 14 uur simuleren drijvers een normale
verstoring door wandelaars, recreanten en bosarbeiders". Klinkt onschuldig, toch? Prima verteerbaar voor domme, zachte zieltjes als ik - meelevend met die dieren.
Maar heeft u ooit al gezien dat wandelaars en recreanten met een grote groep aan één zijde van het bos afspreken, en dan, zoveel mogelijk over de volledige breedte, één lijn vormen om samen dwars door het bos op te rukken, terwijl ze roepen en schreeuwen en met een stok tegen braamstruiken, takken en boomstammen slaan? Heeft u ooit al eens geobserveerd dat bosarbeiders op één dag tijd de gehele oppervlakte van het bos afwerken?
Maar heeft u ooit al gezien dat wandelaars en recreanten met een grote groep aan één zijde van het bos afspreken, en dan, zoveel mogelijk over de volledige breedte, één lijn vormen om samen dwars door het bos op te rukken, terwijl ze roepen en schreeuwen en met een stok tegen braamstruiken, takken en boomstammen slaan? Heeft u ooit al eens geobserveerd dat bosarbeiders op één dag tijd de gehele oppervlakte van het bos afwerken?
Daarenboven lijkt het op deze manier alsof de gewone recreant dagdagelijks
geconfronteerd wordt met deze gevaarlijke beesten. Dan moet het voor de
publieke veiligheid toch een opperbeste zaak zijn? Met het bestwil van allen in
gedachten?
Nu wandel ik al jaren drie maal per week in Vloethemveld. In al
die jaren lieten de everzwijnen zich, ook in de drukst bevolkte periode, zich
slechts drie maal zien of horen. Drie maal.
Misschien ben ik een uitzondering?
Vreemd dan toch dat de andere vaste wandelaars, met wie ik
regelmatig eens een babbeltje sla, dezelfde ervaringen hebben: je ziet ze bijna
nooit.
Met andere woorden: “normale verstoring” is niet voldoende om deze
nachtdieren in hun slaap te verstoren en uit hun schuilplaatsen te lokken.
Een andere ervaring die we gemeen hebben, is dat deze “gevaarlijke
beesten” zo snel en zo ver mogelijk wegvluchten. Zodra ze iemand bespeuren. Ook
wanneer er van die schattige pyama- everzwijntjes rondhuppelen.
Hiermee wil ik niet beweren dat everzwijnen de liefste, meest
onschuldige diertjes ooit zijn. Wereldwijd verhalen genoeg van mensen en honden die
aangevallen zijn.*
Maar die kwalijke reputatie die hen toegeschreven wordt, nee, die
verdienen ze niet. Vooral niet als u een aantal voorzorgsmaatregelen in acht
neemt. Blijf bijvoorbeeld op de paden, en leer uw hond hetzelfde. Vermijd de
schemering of de nacht. Ziet u hen toch, gedraag u dan niet als een roofdier
(bukken en stil blijven), maar stap rustig door en nurie of babbel om hen van
uw aanwezigheid op de hoogte te stellen.
Dan is er in het bos plek voor iedereen.
Helaas blijven everzwijnen niet altijd in het bos, en ja dan
berokkenen ze schade aan de landbouw. Woelen grond om en vernielen zo gras en
andere gewassen.
Gezien de reeds penibele situatie van boeren, wens ik hen dit
zeker niet toe. Maar met een simpel elektrisch draadje, laag bij de grond, is
ongewenst bezoek te vermijden – zo leerde ik van een bevriende boer.
Vredig samenleven is dus geen utopie.
Al ben ik ook niet hopeloos idealistisch, zonder jacht raken we er
op deze overbevolkte wereld niet. Dat geldt zelfs voor wildparken in Afrika. Te
weinig plek en een tekort aan natuurlijke vijanden kan ervoor zorgen dat bepaalde
soorten zo in aantal toenemen dat andere soorten én de natuur eronder lijden.
Maar gisteren was ik toevallig in Vloethemveld. Minstens vijftien
hoogzits (zo’n torentje waarin de jager plaatsneemt) staan er opgesteld. Voor
een populatie everzwijnen "die onder controle lijkt". Sinds de
laatste jacht (begin vorig jaar) zijn er inderdaad nauwelijks nog woelsporen en
voetafdrukken op de paden. Met erg veel kunnen ze niet meer zijn. Maar “onder
controle houden” is – helaas – dan ook niet de bedoeling. Uitroeing van een “schadelijke
soort” wel.
Was er maar een hogere instantie die de sterkst uitdijende populatie
van de meest schadelijke soort op aarde inperken kon.
*Wat betreft Vloethemveld en omstreken is me slechts één geval van een aanval bekend. De personen in kwestie stapten dwars door een maisveld (niet aan te raden), en konden het dier wegjagen zonder gewond te raken.
*Wat betreft Vloethemveld en omstreken is me slechts één geval van een aanval bekend. De personen in kwestie stapten dwars door een maisveld (niet aan te raden), en konden het dier wegjagen zonder gewond te raken.