Afgelopen
woensdag. Ik en Doby slaan een hoek om en staan oog in oog met een malthezertje.
Beide honden lopen los, een ontmoeting is niet meer te vermijden. Doby schat de
lichaamstaal van de ander goed in, begroet beheerst en behoedzaam. De honden
snuffelen even, een tweede malthezertje (van dezelfde eigenares) voegt zich bij
hen. Datzelfde moment zie ik de lichaamstaal van het eerste hondje omslaan, en
voor ik het goed en wel besef, wordt Doby aangevallen. Eén malthezertje neemt
de voorkant voor zijn rekening, het ander de achterkant. Doby gromt
oorverdovend, hapt in de lucht tegen het ene keffertje, gooit zich om zijn as,
hapt naar het ander, gooit zich weer om. Aan zijn ingetrokken, laag gehouden
kont en de staart tussen zijn benen zie ik dat hij bang is. Uiteindelijk wint
hij het pleit, en jaagt de kwelduiveltjes weg (die, zo hoor ik achteraf, elke
soortgenoot op deze manier bejegenen). Gebeten is er, voor zover ik kon zien,
niet.
Maar het
kwaad is geschied. Gisteren en vandaag viel Doby weer uit aan de lijn. Zelfs
naar een overenthousiast hondje aan de overkant van de straat. Ik kan wel
janken.