Ik sta in
de gang op de eerste verdieping. Zou ik het wagen? Zou het hem lukken? Hij
probeert al een hele tijd niet meer om me aan alle kanten voorbij te steken,
houd ik mezelf voor. Laat ik het maar proberen.
Ik open de
trapdeur, stap achteruit, en laat Doby passeren. Hij wil naar beneden, ik niet.
Mijn labrador neemt een luchtsprong, misrekent zich, landt al liggend op de
treden (voorpootjes vooruit, achterpootjes netjes onder zich), en dendert zo –
BOINK BOINK BOINK BOINK BOINK BOINK BOINK – de trap af. Beneden aanbeland, zet hij
zijn spurt verder, en vliegt, onderweg naar de keuken, bijna uit de bocht.Volgende keer maar weer voor hem lopen, op zijn eentje rustig de trap afdalen blijft een utopie. Misschien dat ik het later nog eens probeer. Over tien jaar of zo.