Over deze blog

dinsdag 29 oktober 2013

Update.


Dé hondenexperts. Klinkt als één homogene groep. Een groep waarbinnen vredige overeenstemming heerst. Toch?
Waarom zou dat ook niet zo zijn? Tenslotte wonen honden al eeuwenlang bij de mens, en noemen we hen onze beste vriend. Dan verwacht je dat we ze binnenste buiten kennen. Toch?

 Vreemd genoeg klopt dat niet. Hoe meer je met hondenmensen praat, op het internet surft, of de bib induikt, hoe meer je dat beseft. Binnen de hondenwereld wemelt het van de theorieën, van dominantietheorie tot kalmerende signalen. Verschillende aanpakken floreren er, van Cesar Millan tot wandelende koekjesautomaten. Experts verbeteren collega’s naar hartenlust, en vliegen elkaar in de haren. Verwarrend, hoor.

 Neem nu bijvoorbeeld de hondenweide. Volgens Geert De Bolster een oord van verderf. Volgens Jean Donaldson dé manier om sociale honden te kweken en gevechten te voorkomen*.
Bibberend en bevend probeerde ik het maar uit.

 Nu, na een reeks wekelijkse bezoekjes (steeds op momenten met gemiddeld vijf honden), schaar ik me achter de pro-groep.
Anderhalf jaar lang liet ik Doby zo vaak mogelijk met andere honden kennismaken, altijd in een situatie van één op één. Anderhalf jaar lang bleef hij hopeloos overenthousiast, al het gegrom, gesnauw en gecorrigeer ten spijt.
Maar nu mijn enthousiasteling de kunst bij andere viervoeters afkijken kan, gaan zijn sociale vaardigheden er met sprongen op vooruit. Zo is zijn begroetingsritueel niet langer onbestaande, en besteedt hij nu aandacht aan de lichaamstaal van de tegenpartij. Ziet hij dat deze gespannen is, beweegt hij behoedzaam en langzaam.
Daardoor krijgt mijn manneke steeds minder vaak een grom en een snauw, ook van honden die voorheen niet van hem wilden weten. Hij speelt weer. Al een paar maal lukte het hem om zijn anstige-hond-rehabilitatie-missies tot een goed einde te brengen. En het voornaamste probleem, het uitvallen aan de lijn, is verdwenen. Hiep hiep hoera!
Blij ben ik, voor hem en voor mij. Opgelucht ook, en trots.

 We hebben wel veel geluk met “onze” losloopweide. Er is een vijver om te zwemmen, een grasplein om te ravotten, en een zandbank om te graven.
Dit alles op een breed rechthoekig terrein, groter dan een voetbalveld. Handig vanwege eigenwijze balletjes (die graag over omheiningen vliegen), veilig vanwege ruime vlucht- en ontwijkmogelijkheden.

 Niet onbelangrijk: die ruime vlucht- en ontwijkmogelijkheden, aangezien er altijd een hond tussen zit die uitvalt. Eng vind ik dat.
Het gaat nog wanneer het angstige honden betreft, honden die in de lucht happen met achteruit gehouden oortjes, ineengedoken schouders, ingetrokken achterste en staart tussen de poten. Zolang ze zich niet in het nauw gedreven voelen, gaat van hen geen echte dreiging uit. Hun “slachtoffers” beseffen dat prima.
Anders is het gesteld met bezitterige of onverdraagzame honden, vaak vergezeld door een eigenaar die hun gedrag perfect sociaal vindt (ook onder de lagere experts, de hondeneigenaars, is verdeeldheid troef). Fysiek trauma brengen ze gelukkig niet toe.
Maar hun gedrag kan wel een gevecht uitlokken, en het veroorzaakt mentale schade. Tenminste, ik zie toch telkens weer hoe Doby daarna onzeker is, geen trekspelletje meer aandurft met zijn vriendjes, en zijn balletje laat vallen zodra een andere hond er maar naar kijkt. Van andere baasjes hoor ik dat mijn schat daarin niet de enige is.
Op dat vlak hebben de anti-hondenweide experten gelijk. Helemaal veilig is het niet.

 Toch merk ik dat de positieve effecten doorwegen. Uitvallende honden vormen tenslotte maar een minderheid, en buiten de hondenweide kom je ze ook tegen. Dan is het handig als je hond hen tijdig herkent en er op de juiste manier mee omgaat (vermijden liefst!).
Daarbij hebben we er ondertussen beide vriendjes gemaakt.
Wij zijn fan!

 
 
  *Niet voor honden die reeds gebeten hebben.
Zie Jean Donaldson: “Vechten! Een handleiding voor de behandeling van hond-hond agressie.”