Over deze blog

woensdag 26 maart 2014

Drilsergeant.


“Wat het nut is van Zit-Voet en Zit-Voor?”, herhaalt trainer Marc mijn vraag, zijn ogen knipperend van verbazing. “Vanuit Zit-Voet stuur je later naar Plaats, en Zit-Voor gebruik je bij Kom”.
Maar waarom zou ik Doby naar zijn ‘Plaats’ willen sturen? Binnenshuis zit of ligt hij op een plek naar eigen keuze. Halverwege de trap, op onze voeten, of tegen een deur. Als hij in de weg ligt, klauteren we toch over hem heen? Beetje lastig dat hij in de schemer nauwelijks zichtbaar is, maar verder uiterst bevorderlijk voor de lenigheid. Desnoods verzoeken we hem beleefd om ruimte. Of duwen hem iets minder wellevend uit de weg. En zolang mijn hond komt wanneer geroepen, maakt het me geen barst uit of hij daarbij met zijn snoetje naar me toe zit, een achterwaartse salto maakt of op zijn hoofd gaat staan. 
Net op tijd slik ik dat maar allemaal in, en berust in mijn lot.

Hondenscholen. Tenenkrullend op exáct de voorgeschreven manier oefeningen uitvoeren. Nagelbijtend lang wachten op je beurt. Zuchtend al lang geleerde bevelen herhalen en nutteloze erin stampen. Prima als je wedstrijdambities hebt.
Maar ik, hoogst tevreden met een hond die niet trekt, of die nu aan mijn been vastplakt of de horlepiep danst, voel me hier drilsergeant én rekruut tegelijk. GEEFT-ACHT, HOOFD-RECHTS, RECHTSOM-KEERT, VOORWAARTS-MARS Hoe vaak nog, soldaat Labmadam?! Vertrekken met het linkerbeen!, PELOTON-HALT, PRESENTEER-GEWEER, ZET AF-GEWEER, TER PLAATSE-RUST
Met Caedlih ging ik naar puppyles in school a, toog naar doggydancing in school b, probeerde dogdance in school c. Nergens hield ik het langer dan twee lessen vol.
Maar in een vlaag van verstandsverbijstering leek zo’n wekelijkse verzameling ‘oefenobjecten’ me ideaal om Doby’s uitvalprobleem aan te pakken.

Op voorhand lichtte ik trainer Marc in. Vertelde over mijn viervoeters problemen, compleet met voorgeschiedenis en behandelingsplan. Sprak over mijn huivering voor al dat heilzame doch tegelijkertijd zo enge slalommen en kruisen met soortgenoten. Vermelde terloops mijn tevredenheid over Doby’s gehoorzaamheid – een mededeling waar ik niet veel van verwachtte.
Marc blijkt één van die zeldzame mensen, die over de gave beschikken om paniekerige persoontjes gerust te stellen. Aan de rand van het veld mag ik mijn labrador, met onze welbekende afleidingsroutine ‘Zit en kijk naar mij’, tot ontspanning brengen, en op ons eigen tempo geleidelijk naar volwaardige lesdeelname opbouwen.
Tijdens een algemene pauze - waarin mijn speelmeneertje nog steeds niet tot een spel te verleiden is - komt Marc naar ons toe. Aan de driloefeningen valt, zoals verwacht, niet te ontsnappen. Geen voordelen zonder nadelen. Helaas. Dus luister ik braaf. Houd een koekje, vergelijkbaar met de ezel en de wortel-aan-een-hengel-techniek, voor de hondenneus. Leid deze naar Zit-Voet, Zit-Voor, Volg, Dicht, Kijk. Leer Doby eindelijk op bevel te liggen – daarmee een schaamrood veroorzakend, zwaar gebrek in mijn opvoeding aan het licht brengend. Zie een steeds bredere lach op de zwart fluwelen snoet. Merk, vreemd genoeg, dat al dat gedril een aangename afwisseling in de afleidingsroutine brengt. Zie, tot mijn grote verbazing, hoe mijn labrador daarna, in de tweede pauze, wel wil spelen. Krijg een bruikbare tip – een primeur in mijn schoolgeschiedenis -  om steeds twee soorten lekkers bij te hebben: sterke en extra sterke, die laatste te herkennen aan de walgelijk indringende geur. Bij het moeilijkere Volg –  rennende border collies op twee aanpalende velden, een schattig herderpupje op het waakhondenterrein, spelende medeleerlingen een twintigtal meter van ons vandaan – demonstreert Marc de magie daarvan.
Aan het eind van de les gooit Doby zich op zijn rug, slaat met zijn voorpootjes naar de leiband en zet er speels zijn tanden in.

Driloefeningen? Op zich kan ik er het nut nog steeds niet van inzien. Maar voor mijn afleidingsrepertoire vormen ze voortaan een onmisbaar onderdeel.