Longen
pompen, zweet drupt, spieren protesteren.
Eerst
probeerde ik met een schaar, toen een fijngetande zaag, daarna een ruwgetande,
tenslotte een heggenschaar. Niet eens een vaag spoor lieten ze na. Een Robert Herder aardappelmes kwam ter redding, al moet ik er zoveel kracht op zetten dat het heft los komt. Het zou slechts een snede vergen om het kreng open te scheuren. Dacht ik. Het zou slechts een langere snede vergen om het kreng open te plooien. Dacht ik. Zo’n Kong blijkt beresterk. Maar het lukt.
Wie sloopt nou in ’s hemelsnaam zelf hondenspeeltjes? Ik hoor het u denken. De modale mens is al blij als hondlief ze heel laat.
Er is maar één verklaring voor: ik ben geobsedeerd.
Toen raakten we Toverbal kwijt. Op zoek naar vervanging, schuimde ik alle winkels af.
Bal één, twee en drie waren te hard (houdt mijn speelmeneertje blijkbaar niet van), exemplaren drie, vier en vijf weigerden ver te vliegen. De zesde, zevende en achtste haatten stuiteren of rollen.
Nummer negen en tien bleken voltreffers.
De beste vervanging bleek uiteindelijk een kunstlederen kindervoetbal. Maatje 3 en slechts zacht opgepompt.
Een nieuwe
zoektocht startte. Een aantal miskopen volgde.
Touwbal één,
twee, en drie landden veel te snel. Nummer vier en vijf bleken te hard. De zesde
koos voor een onderwaterleven, de zevende was te zwaar. Acht beantwoordde aan alle criteria, maar spuwde steevast snel zijn koord uit. Er moet iets te bedenken zijn, dacht ik.
De oplossing lag in een elastisch lint, concreet: een rood behabandje, gratis bij de Flair. Het verankert de knoop meer dan uitstekend.
Het succes inspireerde de kongsloopactie.
Maar hoe krijg je een onzekere hond aan het spelen? Eentje die niet meer om ter eerst durft apporteren, om ter hardst trekken, of om ter snelst rennen.
Een extra robuuste touwbal blijkt ideaal. Het moedigt de hierboven vermelde spelletjes aan, en een tussenpartij (een mensenhand tussen twee hondenmonden in) verhelpt de aanvankelijke schrik. Uren surfen op het internet volgden.
Trekbal één zonk als een baksteen. Twee en Drie bleken te kort van koord, Vier te fijn, Vijf en Zes te zwak bevestigd. Numero zeven had ribbels, en numero acht stekels. Exemplaren negen en tien waren niet rond (Waarom probeer ik het nog?).
Elf verkreeg onzer beider goedkeuring, maar piept nauwelijks boven het wateroppervlak uit. Waardoor het ding in de loszwemvijver verstoppertje speelt, en vandaar dus de kongsloopactie.
Want in de nochtans zware Aqua Kong (afgekeurd) zit een als reddingsboei werkend schuimpje. Dat magische schuimpje zit nu in Elf.
In het vuur van het moment sneuvelde nog een afgekeurd speeltje. Diens dikke touw zit nu dwars doorheen Vijf en Zes.