Over deze blog

zaterdag 9 november 2013

Obsessie.


Longen pompen, zweet drupt, spieren protesteren.
Eerst probeerde ik met een schaar, toen een fijngetande zaag, daarna een ruwgetande, tenslotte een heggenschaar. Niet eens een vaag spoor lieten ze na.
Een Robert Herder aardappelmes kwam ter redding, al moet ik er zoveel kracht op zetten dat het heft los komt. Het zou slechts een snede vergen om het kreng open te scheuren. Dacht ik. Het zou slechts een langere snede vergen om het kreng open te plooien. Dacht ik. Zo’n Kong blijkt beresterk. Maar het lukt.
Wie sloopt nou in ’s hemelsnaam zelf hondenspeeltjes? Ik hoor het u denken. De modale mens is al blij als hondlief ze heel laat.
Er is maar één verklaring voor: ik ben geobsedeerd.

 Het begon na het verlies van Toverbal.
Die vondeling was namelijk het allereerste speeltje dat Doby enthousiast apporteerde. Hij was zacht en stevig, ver weg te gooien, en dol op flink doorrollen.
Toen raakten we Toverbal kwijt. Op zoek naar vervanging, schuimde ik alle winkels af.
Bal één, twee en drie waren te hard (houdt mijn speelmeneertje blijkbaar niet van), exemplaren drie, vier en vijf weigerden ver te vliegen. De zesde, zevende en achtste haatten stuiteren of rollen.
Nummer negen en tien bleken voltreffers.

 Ik heb ook stad en land afgezocht naar dé perfecte hondenvoetbal. Doby is  namelijk gek op voetballen (ik daardoor ook), en mensenvoetballen zijn in een hondenmond geen lang leven beschoren.
Hondenvoetbal Eén woog te zwaar, Twee te weinig. Drie en Vier bleken te hard, Vijf te zacht (sneuvelde na contact met de tanden. Het touw dat dit moest voorkomen, werd vakkundig genegeerd). De zesde was te duur. Geen van allen hielden ze van een verre vlucht.
De beste vervanging bleek uiteindelijk een kunstlederen kindervoetbal. Maatje 3 en slechts zacht opgepompt.

 Vervolgens besloot ik dat een touwbal vereist was. Om nog verder weg te gooien (op grote graslanden), en zo mijn actieveling toch een beetje moe te krijgen.
Een nieuwe zoektocht startte. Een aantal miskopen volgde.
Touwbal één, twee, en drie landden veel te snel. Nummer vier en vijf bleken te hard. De zesde koos voor een onderwaterleven, de zevende was te zwaar.
Acht beantwoordde aan alle criteria, maar spuwde steevast snel zijn koord uit. Er moet iets te bedenken zijn, dacht ik.
De oplossing lag in een elastisch lint, concreet: een rood behabandje, gratis bij de Flair. Het verankert de knoop meer dan uitstekend.
Het succes inspireerde de kongsloopactie.

 In de hondenweide heb ik namelijk nóg ander speelgoed nodig.
Want daar ga ik mede heen om Doby’s vertrouwen op te krikken, en spel met soortgenoten is daar perfect voor.
Maar hoe krijg je een onzekere hond aan het spelen? Eentje die niet meer om ter eerst durft apporteren, om ter hardst trekken, of om ter snelst rennen.
Een extra robuuste touwbal blijkt ideaal. Het moedigt de hierboven vermelde spelletjes aan, en een tussenpartij (een mensenhand tussen twee hondenmonden in) verhelpt de aanvankelijke schrik. Uren surfen op het internet volgden.
Trekbal één zonk als een baksteen. Twee en Drie bleken te kort van koord, Vier te fijn, Vijf en Zes te zwak bevestigd. Numero zeven had ribbels, en numero acht stekels. Exemplaren negen en tien waren niet rond (Waarom probeer ik het nog?).
Elf verkreeg onzer beider goedkeuring, maar piept nauwelijks boven het wateroppervlak uit. Waardoor het ding in de loszwemvijver verstoppertje speelt, en vandaar dus de kongsloopactie.
Want in de nochtans zware Aqua Kong (afgekeurd) zit een als reddingsboei werkend schuimpje. Dat magische schuimpje zit nu in Elf.
In het vuur van het moment sneuvelde nog een afgekeurd speeltje. Diens dikke touw zit nu dwars doorheen Vijf en Zes.

 Of dit het einde betekent van mijn speelgoedobsessie? Dat valt nog te bezien. De voorraad beloningsballetjes (latex varkenskopjes) is bijna op, en de soort is uitgestorven.