Daar sta ik
dan. Gil “Koekje!”. Schreeuw zijn naam. Gil nog eens “Koekje!”. Geen reactie. Doby
holt vrolijk naar de onbekende soortgenoot, wordt ontvangen met een serie
luchthappen, springt jolig op en neer, en ontwijkt speels nieuwe uitvallen.
Ik panikeer.
Mijn stem wordt hoger, slaat bijna over. Niet omdat deze situatie gevaarlijk is
(al moet Doby’s omgang met angstig-defensieve honden wel aangepakt worden),
maar omdat voor mijn ogen mijn hele actieplan; mijn vertrouwen, mijn houvast,
mijn zekerheid in duigen valt. Koekjes werken niet in de hondenweide.
Dan draait hij zich om, tuurt aandachtig, en sjeest op me af. OEF!
Vooral de gedachte dat dit waarschijnlijk ook in een potentieel escalerende situatie werken kan, is een dikke OEF!.
Weer komt niet koekje, maar Voetbal ter redding. Héhé.
De opluchting is van korte duur. De boxer komt naar Doby toe. Met stijve stappen. Bij contact loopt dit in het beste geval uit op een ritueel gevecht. Mijn nu gespannen grommende dondersteen kan ik onder controle houden (laten zitten en voor hem gaan staan). Maar hoe houd ik die steeds dichterbij komende dreiging op afstand?
Mijn verzoek aan de eigenaresse – “Wilt u hem roepen?”, wordt slechts op een kwaad “hij ‘corrigeert’ alleen maar” onthaald. Nog anderhalve meter scheidt ons.
Zusjes raad schiet me te binnen: omdraaien en wegstappen. Een belager zowel jouw blinde rug als die van je hond toekeren? Eng. Maar ik kan niets anders bedenken. Het helpt. Vreemd genoeg. De boxer blijft ter plekke.
We trekken ons in de verten van de hondenweide terug.
Moederziel alleen, maar dankzij Voetbal kan mijn speelvogel dat niets schelen. Sterker nog: lang geleden dat ik hem hier nog zo ontspannen gezien heb.
Deze ervaring stemt mij in elk geval ook geruster.
De reus blijft naderen, zijn baasjes er nietsvermoedend achter. Mijn labrador verstijft van kop tot teen, staart met strakke blik, en gromt luid.
Speels springt de puber op hem af, en wordt in zijn nekvel gegrepen. Schrik, ontzetting, medelijden (met beide partijen), het raast allemaal door me heen.
De reus laat zich onmiddellijk onderdanig vallen, ik grijp zijn aanvaller. Vervolgens sta ik daar. Met een gespannen Doby die de alweer vrolijk rondom hem hossende Berner fixeert. Dit is een vriendelijke, zachtaardige, speelse soortgenoot. Zonde om te mijden. Maar hoe Doby’s wantrouwen oplossen?
Met de moed der wanhoop vraag ik de eigenaars om samen een kort, aangelijnd wandelingetje te maken. Tot mijn grote verrassing stemmen ze toe.*
We vertrekken, een huppelende jongeling voorop, een uiterst gespannen labrador daarachter.** Zodra Doby even zijn starende blik afwendt, snuffelt aan het gras, of een plasje doet, krijgt hij een koekje toegestopt. Honderd meter en evenzovele koekjes verder, wandelen de honden ontspannen naast elkaar, en snuffelen zij aan zij. Terug los in de weide, verloopt alles prima.
Doby is een goede ervaring rijker, ik een waardevolle leerervaring (volgende keer meteen toepassen!). De toekomst oogt opnieuw rooskleurig.
*Nogmaals
veel dank daarvoor!!!
**Tip van Karel (Aiki centrum), bedoeld om fixerende blikken te
verbreken.